Bronsgieten
Gieten in brons gebeurt via de “verloren was” of “Cire Perdue” methode. Een kleiner beeld kan massief gegoten worden, een groter beeld dient hol gegoten te worden.
Het principe:
Aan het beeld worden een giettrechter, gietkanalen en ontluchtingskanalen gemonteerd. Dit geheel wordt in een bekisting geplaatst, die vervolgens wordt vol gegoten met een pap van gips, gemalen gravel en water. De trechter steekt hier boven uit. Het onstane blok gaat naar de bronsgieter. Die stookt dit blok uit op ± 800 graden Celcius. De nu vloeibare was loopt uit het blok. Over blijft een blok met holte van beeld, trechter, giet- en ontluchtingskanalen.
We hebben nu de zgn. gietmal. De bronsgieter giet deze vol met roodgloeiend brons van ± 1250 graden. Het gips-gravel wordt na afkoeling weggeslagen, Het gegoten beeld met trechter en kanalen eraan vast komt tevoorschijn. Trechter en kanalen worden afgeslepen. De giethuid wordt afgeslepen (geciseleerd). Daarna wordt het beeld op kleur gebracht (gepatineerd) m.b.v. chemicaliën onder verhitting. Van een beeld gemaakt van klei, maar ook een groter beeld gemaakt in was, dient eerst een rubber-gips mal gemaakt te worden.


Een klein beeld:
In de rubber-gipsmal wordt warme gietwas gegoten. Zo verkrijgen we een massief afgietsel van het beeld dat door de bronsgieter via de verloren was methode in brons gegoten kan worden (zie boven).
Een groot beeld:
Dit moet hol gegoten worden. De rubber-gips mal wordt rechtop gezet. De mal wordt vol gegoten met gietwas( hardere was) van ±75 graden Celsius. De was wordt een aantal minuten in de mal gelaten. De was tegen de koude malwand stolt in die tijd. De rest van de was wordt daarna uit de mal gegoten. We hebben nu een hol afgietsel van ons beeld met een wanddikte van bij voorkeur 3-4 mm. Via een luikje in dit beeld wordt in de holte van het beeld een kernvulling aangebracht (hard wordend mengsel van gips, Chamotte klei en water) Het luikje wordt meegegoten (wordt later weer vast gelast in het beeld). De kern wordt gefixeerd met rvs-spijkers die uitsteken door de waswand en vast zitten in de kern. Trechter, giet- en ontluchtingskanalen worden aangebracht. Het geheel wordt in een bekisting geplaatst die vervolgens gevuld wordt met een mengsel van gips, gemalen gravel en water. Dit wordt hard. De kern wordt op zijn plaats gehouden door de spijkers die enerzijds vastzitten in de kern maar ook vast zitten in de gips-gravelmassa rond het wasbeeld. Dit blok gaat naar de bronsgieter. Deze stookt dit blok op ± 800 graden uit, de was loopt eruit (verloren was methode). We hebben nu een tweede mal, de zgn. gietmal. Deze wordt vervolgens vol gegoten met brons van ± 1250 graden Celsius. Voor vervolg, zie terug.
Maart 2024
Kees Koeman